top of page
Auke VanderHoek

Buitenvrouwen, buitenmannen en het buitenleven


Meester en moeder praten bij het schoolhek
Ze vraagt: "En meester, wat doet u hier zo buiten?" Ik kijk op, spreid mijn armen naar de zon.

De lessen zijn begonnen. Alleen meester Jama en ik zijn nog op het schoolplein. We gaan het hek rondom de drie basisscholen inspecteren en alle gebreken inventariseren. Op de hoek waar het Kelbergen- en het Strandvlietfietspad elkaar kruisen staat nog een groepje moeders te kletsen.


Als meester Jama en ik bij het stuk hek komen bij hen, maak ik even vriendelijk contact. "Jongedames, moeten jullie niet naar de les?" De moeders lachen. Een antwoordt: "Wat voor les gaat u ons geven, meester?" Op zo'n toon en met zo'n glimlach die verleidt tot het geven van een stout antwoord. Ik houd mijn mond. En richt me weer op het hekwerk.


Een andere moeder vraagt of ik de nieuwe schooldirecteur, de nieuwe baas ben. Ik kijk op met een grote glimlach: "Ik ben sowieso de baas. Maar die andere is de baas van de school, hij is de schooldirecteur. Ik ben gewoon baas in de zin van bezig baasje."


De moeder: "Maar jij bent veel leuker dan die andere directeur!" De moeders giechelen. Zegt de eerste moeder tegen de andere: "Hij is nog best lekker ook." Ik schiet in de lach en 'strike a pose'. Het is een compliment en een aai over mijn ego. "Sorry dames, ik heb al een vrouw", en richt me weer op de gebreken van het hekwerk.


"Wat voor een vrouw?", vraagt de eerste moeder.

"Een Arubaanse-Nigeriaanse vrouw. En daar heb ik meer dan genoeg aan."

"Hou je niet van Surinaams?!", vraagt de tweede moeder.

"Ooh jawel. Voor pom en bojo mag je me altijd wakker maken."

"Als je van Surinaams houdt, dan kun je lekker eten", zegt de eerste moeder.

Ze vervolgt: "Elke man heeft nu toch een buitenvrouw en ook elke vrouw heeft een of twee buitenmannen."


Meester Jama en ik schieten in de lach. Ik hou mijn linkerhand omhoog en wijs met mijn rechter naar mijn ring: "Sorry, ik ben getrouwd." Draai me weer naar Jama en fluister tegen hem dat het idee van meer dan één vrouw hebben mij al hoofdpijn geeft. Meester Jama knikt bevestigend. En beide richten we ons verder op het hekwerk.


Tien minuten later zijn we op het kleuterplein aan de zijkant langs het Kelbergenfietspad bezig. De zomerzon laat haar warmte voelen. Een briesje zorgt voor een aangename verkoeling. Terwijl ik de mankementen in het hekwerk fotografeer realiseer ik me wat een rijkdom het is om niet opgesloten te zitten in een kantoor. Om een gedeelte van het werk ook in de buitenlucht te kunnen doen. Licht, lucht, ruimte om te bewegen en een toffe collega's. Dit is wel erg aangenaam.


Dan komt de eerste moeder langslopen nadat ze kennelijk haar kleinste naar de opvang, heeft gebracht, gevestigd in de andere kant van het scholengebouw. Ze vraagt: "En meester, wat doet u hier zo buiten?" Ik kijk op, spreid mijn armen naar de zon en antwoord blij: "Ach ja, het buitenleven. Ik ben echt een buitenmens!" De ogen van de moeder twinkelen. Haar tong gaat langzaam een keer heen en weer over haar lippen. Ze zegt niks. Ik sla in gedachten mijzelf voor de kop: Pannenkoek, verkeerde woordkeuze!


Koffie

Recent Posts

See All

Comentarios


bottom of page