
"En wie nu nog praat, stuur ik de les uit!", mijn belofte is vooral bedoeld voor een aantal leerlingen, die naar meerdere keren opgewezen te zijn dat ze echt even stil moeten zijn, maar niet ophouden met luid op elkaar te reageren. Spontaan roept de meest vrolijke met de bijna altijd aanwezige, meest aanstekelijke glimlach, zelf activerende stuiterbal tegen de rest van de klas: "Kijk, ik ben stil." Draag mij maar weg, ik moet nu juist hem de les uitsturen – hij die eens rustig stil en klaar zit – om te laten zien aan de rest dat het menens is en ik mij aan mijn woord houd.
Ik begeleid hem naar de deur en op de gang komt hij meester D. tegen die even zijn handen vrij heeft. (Toeval bestaat niet.) Mijn collega vraagt of hij de leerling mee mag nemen om even te sporten (en meteen een excuus voor een goed luisterend oor en gesprek). Prima idee! Een stuk beter. Want naar het uitzendbureau oftewel een uur lang niks doen in het eruitgestuurdlokaal, schiet ook niet op.
Het sporten en het gesprek hebben het kind goed gedaan. Bij terugkomst kijkt hij alsof hij daadwerkelijk gehoord en gezien is. Zijn camouflerende altijd aanwezige glimlach heeft plaatsgemaakt voor een open en serieuze blik. Hij heeft een hoop zorgen kunnen delen en wij, de twee leraren, hebben een beter beeld kunnen vormen wat er allemaal speelt. Twee van de zorgen zijn dat hij - nog steeds - geen lesboek heeft en een zware onvoldoende heeft gehaald met zijn laatste toets Nederlands.
Even later tref ik hem alleen op de gang aan bij een kopieerapparaat. Bezig een lesboek met de opgegeven lessen te kopiëren met mijn geleende personeelspas. Blij spreek ik hem aan. Hij kijkt op. Ik kijk hem eens goed in de ogen aan, ik ben stil, realiseer wat ik waarneem en vraag na wat interne raadpleging en bij gebrek aan betere wijzere volgens-pedagogische-onderzoek-verantwoorde woorden: "Wil je een knuffel?" Hij laat zijn spullen, stapt op mij af en antwoordt: "Ja, meester." Hij omarmt mij. Ik hou hem vast. Wat ik voel is een stevige warme met intens verdriet gevulde knuffel van een puber die zich zichtbaar geen raad weet.
Koffie.
Ps: Een week later mag hij bij mij zijn toets herkansen en haalt hij een mooie voldoende. Als ik er op een dag echt even doorheen zit, is hij de enige die naar mij toekomt en vraagt: "Gaat het meester?"
'Leerlingen herinneren zich niet altijd wat we ze leren, maar vergeten nooit hoe we ze behandelen.' (Effectief leren - De docent als regisseur. Van Ast et al., z.d., p. 69).
Comments